47 De Provence van Petrarca

11 december 2022 - Antwerpen, België

“Op maandag 22 juli van het jaar 1304 werd ik geboren in een gehucht bij Arezzo in Toscane. Mijn ouders waren, samen met de illustere Dante,  verbannen uit Firenze omdat zij het humanisme steunden, een nieuwe stroming in de geschiedenis die een scheiding tussen kerk en staat voorstaat”

Francesco Pétrarca, Epistola ad Postores

De familie vluchtte naar de Provence en Francesco bracht zijn studententijd door aan de universiteit van Montpellier, waar hij rechten studeerde, maar ook gepassioneerd werd door literatuur en poëzie. In die tijd was niet Rome, maar Avignon de ‘pausenstad’ van het Heilig Roomse Rijk en in 1326 verhuisden hij en zijn broer naar Avignon, aangetrokken door de ‘Cour pontificale’ , best te vertalen als ‘de pauselijke hofhouding’, wat toen als het centrum van de wereld gold. Avignon straalde grandeur uit als nergens anders ter wereld. Het pausenpaleis was in opbouw, kardinaalswoningen werden gebouwd en  diplomaten uit alle windstreken namen er hun intrek. Petrarca werd er bevriend met kardinaal Colonna en vertoefde er in de hoogste kringen van de klerus. Echter zijn bewondering voor de stad en de ‘Cour pontificale’ veranderde snel in een afkeer. Het leven aan het Hof bleek werelds decadent met grote banketten en drankgelagen. “Wee U, Avignon, dat gij op deze manier Rome, uw bakermat, verraadt” moet hij op een bepaald moment uitgeroepen hebben. Maar op 6 april 1327 vond er een gebeurtenis plaats die niet enkel zijn hele verdere leven zou bepalen maar ook de geschiedenis van de wereldliteratuur zou beïnvloeden… Tijdens een dienst in de kerk Sainte-Claire d’Avignon zag hij een bekoorlijk meisje bidden, Laure de Sade. Hij raakte in hemelse vervoering voor haar, maar zij bleek onbereikbaar voor hem want getrouwd met de marquis Hugo de Sade. En Petrarca verliet Avignon en begon jarenlang te reizen. Hij verbleef lange tijd in Parijs, Luik en Aken en keerde terug via Lyon. Al die jaren bleef zijn platonische passie voor Laure in zijn hoofd spoken. Terug in de Provence vestigde hij zich in Fontaine-de- Vaucluse waar hij de rest van zijn leven zou slijten, gewijd aan poëzie en aan de gedachte aan Laure. Zijn huis bevond zich vlakbij het klaterende water, onder het château van zijn vriend kardinaal Conelli. Hij wist dat de eeuwige waterstroom van de fontein kwam van de hoogten van de nabije Mont Ventoux, de ‘Reus van de Provence’ en hij raakte door de berg obsessioneel  gefascineerd. Op 26 april 1336 was het zover. Hij en zijn broer Gherardo begonnen aan de klim in Malaucène, zonder gids, op het goed geluk af. Bergpaden waren er niet. Tegen de avond moeten ze de top op 1902 meters bereikt hebben. En dat dit waarheidsgetrouw is blijkt uit de beschrijvingen die hij geeft van de natuurlijke hindernissen die hij overwonnen heeft en die er nu nog altijd zijn. De aanblik van de grootsheid van het panorama op de top leidde hem tot volgende uitspraak die men kan lezen in zijn boek ‘Mijn Beklimming van de Mont Ventoux’ : "stervelingen gaan het uitzicht op de toppen van de bergen bewonderen, ze volgen nieuwschierig de uitgestrekte loop van de rivieren, steken de onmetelijke oceaan over, maar … ze verzuimen naar hun eigen ziel te kijken". Op 6 april 1348, dag op dag 21 jaar na zijn ontmoeting met Laure, stierf ze, slachtoffer van de pest die woekerde in de Provence. Petrarca ontving het onheilsbericht pas op 19 mei. Aan de oever van de waterval van de Vaucluse begon hij zijn smarten en emoties neer te schrijven. En de gedachten die hij 21  jaar lang, dag na dag, over haar had, welden terug op en hij begon ze neer te schrijven in verzen, gebundeld in het boek ‘Canzoniere’. Het boek bestond uit twee delen : ‘In Vita di Madonna Laura’ beschreef hij zijn getormenteerde liefde voor haar in deze wereld, en in het tweede deel, ‘In Morte di Madonna Laura’ nam hij meer afstand, bekeek hij alles meer vanuit een holistisch perspectief en gaf hij zijn gevoelens een plaats in het universum. Petrarca  reisde zijn Laure achterna op 19 juli 1374…